Culturele participatie - Internationaal Comité

Cultuur

Culturele participatie, superdiversiteit en erfgoed

Cultuur

Cultuur

Cultuur staat in Vlaanderen vaak in het centrum van het integratiedebat. Wanneer het over nieuwkomers in de samenleving gaat, legt men de focus graag op de culturele verschillen. Voor de één zijn die een verrijking voor de samenleving, voor de ander een bedreiging. Het debat is daardoor zelden sereen of rationeel.

Cultuur is dan ook niet rationeel. Cultuur is emotie, beleving, (al dan niet) geloven in een gedeeld verhaal. De ene kijkt voor het definiëren van cultuur vooral naar het verleden. Een ander naar de toekomst. Vanuit integratieperspectief is cultuur voor het IC een verhaal van geven en nemen, van aanpassingen voor de nieuwkomer én de ontvangende samenleving, van iets verliezen én iets bijwinnen. Mensen die migreren hebben veel achtergelaten: een huis, een carrière, een sociale en familiale kring, … Wat zij wél konden meebrengen is hun (immaterieel) cultureel erfgoed: culturele gebruiken, keuken, taal, dansen, religie en grote verhalen, ... Typisch voor migratiegemeenschappen is dat men daaraan vastklampt, omdat het nog het weinige is dat men overhoudt van dat vorige leven… Men is daar echter ook terecht fier op. De meeste van onze lidverenigingen willen dit samen in hun gemeenschap blijven beleven, en fier doorgeven aan hun kinderen. Maar in één adem vertelt men ook dat men dit wil delen met de rest van de samenleving. Ook in de ontvangende samenleving is er verlieservaring. Een grote groep van mensen herkent zich steeds moeilijker in de veranderende samenleving, als gevolg van globalisering.

Maar integratie is dus geven én krijgen. Dat geldt ook voor culturele participatie. Iedere gemeente in Vlaanderen heeft wel zijn cultureel centrum, maar al te vaak is het aanbod daarvan gericht op een grote gemene deler. IC poogt daarom om onze mensen en verenigingen te koppelen aan allerlei culturele organisaties en instellingen, met de bedoeling dat er een vruchtbare kruisbestuiving plaats vindt.

Erfgoed

Het IC zorgt samen met de verenigingen voor de ontsluiting van cultureel erfgoed van verschillende groepen van etnisch-culturele minderheden en valorisatie van culturele bagage.Daarmee willen we zicht krijgen op de materiële en immateriële culturele bagage van verenigingen. Dit zorgt voor deelname aan erfgoed en de ontsluiting hiervan.Door een intensief bewustmakingsproces vinden de verenigingen makkelijker aansluiting bij Belgische initiatieven.

Door het organiseren van vormingen en activiteiten proberen we etnisch-diverse organisaties op lange termijn in contact te brengen met cultuurpartners. Ook het sensibilieren van cultuur- en infrastructuurpartners behoort tot de opdracht van IC. Door het ondersteunen van activiteiten en vormingen binnen dit project willen we deze samenwerkingen actief stimuleren. We doen “erfgoedontsluiting” op maat van de verenigingen. De methodieken waarmee verenigingen aan de slag gaan met hun materieel en immaterieel erfgoed kunnen erg uiteenlopend zijn. De resultaten van deze processen, per vereniging, kunnen dus ook variëren. We laten hen kennismaken met een breed scala aan mogelijkheden rond erfgoedontsluiting.

Dossier: Draaiboek 'Goed Geërfd Erfgoed'

Superdiversiteit

Superdiversiteit wordt als begrip meestal gebruikt in het kader van de grote etnisch –culturele verschillen in een samenleving. Het wijst op de diversiteit binnen de diversiteit.

Vaak onderscheidt men mensen met een migratieachtergrond enkel op basis van nationaliteit. Dit doet echter tekort aan de diversiteit binnen de diversiteit: binnen nationaliteiten zijn er namelijk nog vaak (onderling erg) verschillende etnische groepen, taalgemeenschappen, geloofs- en politieke overtuigingen, enz. Zo zijn er alleen al binnen de Turkse nationaliteit ook Koerden, Alevieten, Assyrische Christenen, seculieren en gelovigen, enz. Marokkanen moeten vaak in het Nederlands met elkaar spreken omdat ze geen gemeenschappelijke thuistaal delen (oa Arabisch vs Berbertalen). Daarnaast verschillen mensen met een migratieachtergrond ook vaak grondig qua opleiding en sociaal –economische achtergrond, migratiegeschiedenis (“oudkomers” of “nieuwkomers”), leeftijd, verblijfsstatuut, enz. Wie een sterk en doordacht (diversiteits)beleid wil voeren, houdt hier best rekening mee.

Met méér dan 350 lidverenigingen is het IC een superdiverse organisatie: geen twee verenigingen zijn vergelijkbaar. Daarom gebeurt de ondersteuning van die lidverenigingen op maat van iedere vereniging. Superdiversiteit heeft zijn voordelen tegenover diversiteit. Zo is er bijvoorbeeld, door de enorme diversiteit in talen, één lingua franca nodig om elkaar te verstaan. In Vlaanderen is dat Nederlands. We merken dat nu al in het IC: in onze algemene vergadering is eigenlijk maar één contacttaal mogelijk, namelijk Nederlands.

Sluiten